<p>Sinds 1997 zit Martijn van Schaik in het onderwijs, eerst als gymleraar, daarna ook als onderwijsonderzoeker en lerarenopleider. Zijn onderwijsonderzoek doet hij op de grens van theorie en praktijk, zoals hijzelf ook tussen theorie (wetenschap) en praktijk (lesgeven en begeleiden) beweegt. Dat was zo toen hij lesgaf op een gymnasium, toen hij werkte aan de Vrije Universiteit, toen hij studenten opleidde als leraar voor het basis- en -voortgezet onderwijs. Dat is nog steeds zo nu hij aan zijn tweede practoraat is begonnen bij het Da Vinci College.</p>
<p>De basis en onderbouwing van al zijn onderzoeks- en ontwikkelwerk is de cultuurhistorische activiteitstheorie, gebaseerd op de ideeën van Vygotskij.</p>